Thuis is hij/ zij snel, slim en vindingrijk. Hij/ zij heeft of had grootse dromen voor zijn/ haar toekomst. Hij/ zij doet vwo (of zou dat moeten kunnen), maar thuis wordt er nauwelijks iets aan school gedaan. Resultaten dalen, zijn matig of slecht. Risico op blijven zitten of zakken voor het examen neemt met de dag toe.
Ik beschrijf hieronder situaties over een jongen.
Voor meisjes zijn deze iets anders, maar het gaat vaak over dezelfde dingen.