Mijn puberzoon van ruim 14 zat op de bank z'n huiswerk te doen. Laptop op schoot. Ietwat onderuit gezakt. Koptelefoon op z'n oren. Herkenbaar...? Houd hem even in beeld! Tijd: 20:30 uur.
Het afgelopen uur namelijk had ik de grotere fiets voor mijn achtjarige op orde gebracht. Ze had proef gereden door de wijk. Ze kon net bij de grond, met haar tenen, wiebelend. 'Mag ik morgen naar school met m'n nieuwe fiets?' Nou... zal ik dat doen? Nee. Maar, dat moet ik even op een goed moment tegen haar gaan zeggen met de juiste uitleg erbij. Dan is namelijk de kans het grootst dat ze het gewoon accepteert. Nou, dat juiste moment is dus nu. Mijn dochtertje vraagt opnieuw: 'Mag ik nou morgen op mijn nieuwe fiets naar schoo-ool?' Je hoort het hé, 'schoo-ool'. Ze wil het percé. 'Nou', zeg ik, 'dat zou je graag willen hé'. Zij knikt hard. Zeg ik: 'Dat begrijp ik. Het fietsen ging net al best goed... je kon stúren, je kon vooruit tráppen, je kon rémmen'. Ja, nou, dat was logisch volgens haar. Dat was echt niet moeilijk en ze kon dus heus naar school toe. 'Ja', zeg ik, 'die dingen zijn natuurlijk ook super simpel. Dat kan je allang. Maar... weet je... ik zie graag dat je weer heel thuis komt. Ik houd van je. Snap je?' Zij: 'Ja, dus...?' 'Nou', zeg ik, 'als er een auto doorrijdt en jij moet plotsklaps stoppen... ik denk dan: dát gaat nog niet lukken. Nu spring je van je fiets af, maar dat kan dan niet. Nee, je moet eerst even oefenen zodat je echt heel veilig door het drukke verkeer kunt fietsen. Echt... ik wil niet meemaken dat je een ongeluk krijgt'. Nou, dit is de boodschap. En ja... ze accepteert het. 'Maar, ik mag toch wel na schooltijd fietsen?' 'Ja, natuurlijk, hier in de wijk mag je lekker oefenen zodat het je steeds beter lukt'.
Nou, meestal komen er dan altijd nog 5 bezwaren. Om die voor te zijn zeg ik deze belangrijke zin: 'Weet je... het belangrijkste van de fiets is de rem!' Mijn dochter knikt. Tuurlijk.
Maar... en daar is ie dus... m'n zoon denkt daar toch echt anders over. (ik dacht dat hij met z'n huiswerk bezig was...). Hij zegt: 'Nou, daar ben ik het niet mee eens. De rem is niet het belangrijkste'. [daar gaat mijn zorgvuldig opgebouwde argumentatie voor m’n dochter.... híj weer... nou... kom op...] 'Weet je wat wél het belangrijkste is? Trappers, de ketting en de wielen!'. Zo, die zit! Ik: 'Trappers, ketting, wielen? Waaróm?? Je moet toch snel stil kunnen staan?' Mijn zoon: 'Nee, túúrlijk niet. Je zult eerst snelheid moeten maken... anders heeft remmen ook geen zin'. Tja, daar zit wat in natuurlijk.
En dan begint het gesprek. Of de discussie. Of de beginnende ruzie.
Wat bij mij goed werkt is dat ik alle ruimte geef voor zijn punt... en dat ik de ruimte voor mijn punt óók laat bestaan. Het zijne erkennen doet hém goed. Daarom zeg ik: 'Ja, inderdáád zeg... tuurlijk... je zult eerst snelheid moeten maken. Anders heeft remmen weinig zin'. Precies... dat is inderdaad zo volgens mijn zoon. 'Maar', zeg ik dan, 'je zult het ongetwijfeld met me eens zijn dat die rem toch niet onbelangrijk is als het gaat over de veiligheid'. Nou, dat is dus míjn punt. En ja, daar is hij het mee eens. 'En dan vind ik vanuit oogpunt van veiligheid dus de rem het belangrijkst'. Oké, verschil van mening. Ook wel eens, maar toch alle reden om door te discussiëren.
Nu moest de jongste gezien de tijd naar bed, dus dat is dan een mooie reden om een punt te gaan zetten: 'Interessante discussie kunnen we nu voeren. Maarre... zij moet nu naar bed, dus ik ga dat nu niet doen. Trouwens... jij was toch met je huiswerk bezig?' Ja, inderdaad: 'Niet wás... ik bén met mijn huiswerk bezig'. Nou... dit is dan een nieuw punt van gesprek... was hij nu met z’n huiswerk bezig of toch niet? Wat is voor hem dan de definitie van huiswerk? Enne... ik weet dat hij er soms maar wat graag onderuit komt... grijpt hij nu dit soort gesprekjes niet aan om dat nu ook weer subtiel voor elkaar te krijgen? Dat is natuurlijk in de eerste plaats zíjn probleem, dat snap ik ook wel. Maar, toch is het ook wel mijn probleem. Want als hij niet op tijd klaar is... of weer een slecht cijfer haalt... en achteraf bleek het mijn schuld te zijn dat ik er in ben getrapt om met hem weer een bepaalde discussie te voeren... ja... dit is niet altijd eenvoudig. Je moet eigenlijk altijd scherp zijn. Nou lukt me dat steeds beter moet ik zeggen, maar alertheid blijft geboden. Én de positieve toon!
Hoe lukt het jou? Laten we er een keer over praten. Samen komen we verder. Ik doe gratis sessies voor moeders (en/ of vaders natuurlijk) van 15-jarige VWO-ers (of die VWO zouden kunnen, maar op een lager niveau zitten) om mijn 3 briljante tips te geven over hoe je nu de communicatie met je zoon thuis goed houdt. Boek daarom hier een gratis opdenksessie..