metacommunicatie-tiener-onderpresteren

Wat is metacommunicatie?

Metacommunicatie is het spreken over de communicatie. Het is de smeerolie van de communicatie. Het is ook hét reparatiemiddel als de communicatie stroef verloopt, als je de draad in het gesprek kwijt bent, als één of beiden door emoties worden overspoeld of dat de communicatie wordt verstoord. Je gaat als een soort helikopter boven jullie gesprek vliegen.

Metacommunicatie in 6 punten

Metacommunicatie kenmerkt zich volgens Martine Delfos door de volgende 6 punten:

  1. Maak het doel van het gesprek duidelijk
  2. Laat een jongere weten wat je intenties zijn
  3. Laat een jongere weten dat hij of zij mag zwijgen
  4. Probeer te benoemen wat je voelt en volg wat je voelt
  5. Nodig de jongere uit zijn of haar mening over het gesprek te geven
  6. Maak metacommunicatie een vast onderdeel van je communicatie


Per onderdeel geef ik aan welke gedachten ik er bij heb en maak ik gebruik van enkele dingen die Martine Delfos aanreikt.

Doel van het gesprek

Een gezamenlijk doel geeft focus aan jullie gesprek. Door vooraf het doel te noemen, elkaar aan te kijken en te zeggen: ‘Oke, we gaan het dus hebben over…’ is er gedeelde verantwoordelijkheid voor het gesprek. Die verantwoordelijkheid geldt de tiener, maar jou als ouders evenzeer. Jij kunt de tiener herinneren aan het doel, de tiener kan ook jou herinneren aan het doel. Wanneer je erin groeit elkaar hierop aan te spreken doet dat het onderling vertrouwen groeien.

Jouw intenties

Oke, dan heb je het doel genoemd. Met het doel van het gesprek zijn je intenties nog niet duidelijk. Een voorbeeld: je wilt spreken over de cijferlijst van periode 1. Wat is jouw intentie hiermee? Voorbeeld 1: je intentie is je zoon/ dochter er van te overtuigen dat hij/ zij nu toch echt iets aan zijn huiswerk moet gaan doen. Voorbeeld 2: je intentie is juist anders: je wilt vragen wat je zoon/ dochter heeft gedaan om zo’n mooie cijferlijst voor elkaar te krijgen.

Zwijgen mag

Aan het begin van een coachtraject geef ik bij de tiener (en ook ouders) altijd aan dat ze zélf bepalen wat ze zeggen. Als ik een vraag stel… is het aan de ander om te bepalen wat hij/ zij antwoord. Dat kan ook zijn: zwijgen. Hierdoor ontstaat er ontspanning in het gesprek. Er is een goedkeuring voor zwijgen. Zwijgen heeft een functie. Als er een vraag wordt gesteld door jou als ouder wil je tiener daar over nadenken. Dan is zwijgen nuttig; het antwoord wordt bedacht; het is een moment van bezinning. Als de tiener dan starend voor zich uitkijkt, bedenk dan: staren is leren. Het spreekwoord luidt niet voor niets: spreken is zilver, zwijgen is goud. Metacommunicatie in deze kan zijn: ‘Neem er gerust even de tijd om er over na te denken. Ik ben benieuwd naar jouw reactie’. Andere voorbeelden zijn: ‘Als je er niet over wilt praten, wil ik dat best respecteren, maar dan wil ik wel zeker zijn dat je dat ook echt wilt’, ‘Je hoeft niet te praten, maar je kunt erop terugkomen wanneer je wilt’.

Wat voel je? Benoem het en volg het!

Jij hebt je gevoel in het gesprek met je tiener, maar je tiener heeft zelf óók gevoel. Ik vind het krachtig om transparant te zijn over je gevoel. Zorg dat je écht je gevoel benoemd, niet faken. Als je tiener op de klok kijkt tijdens jullie gesprek kan je bijvoorbeeld zeggen: ‘Ik zie je op de klok kijken. Ik denk nu dat het gesprek te lang duurt voor je. Moet je misschien ergens naar toe?’ Als je tiener iets bijzonders vertelt wat jou ook raakt, kan je zeggen: ‘Ik vind het heel bijzonder dat je me dit vertelt, dank je wel’. Je gevoel vertellen is een vorm van je ‘kwetsbaar opstellen’. Meestal levert dit op dat de ander zich dan ook kwetsbaar op gaat stellen. Deel gerust je onzekerheid – jij weet immers ook niet alles. Hiermee nodig jij je tiener uit om mee te denken in het gesprek. Wanneer je alleen maar onzeker bent, kan de tiener geen houvast vinden bij de volwassene. Martine Delfos: ‘Beperkte onzekerheid bij een volwassene versterkt de jongere en motiveert hem of haar samen te werken. Algemene onzekerheid, maakt de jongere onrustig, angstig. Afhankelijk van de basale strategie die de jongere hanteert, zal hij of zij de volwassene aanvallen (externaliseren) of overaanpssen aan de volwassene en zichzelf de schuld geven (internaliseren)’.

Vraag om zijn/ haar mening

Ik beschouw een gesprek tussen een ouder en een tiener in veel gevallen als een gelijkwaardig gesprek. Beiden hebben een mening over het gesprek: jij én je tiener. Als volwassene/ opvoeder heb je een leidinggevende rol. Je pakt deze rol als je zegt: ‘We zitten nu wel te praten, maar wat vind jij daar nu van?’ Of, om waardering te uiten: ‘Wat zitten we lekker te praten hè?’

Metacommunicatie: vast onderdeel van je communicatie van maken

Als deze punten nu zó bevorderlijk zijn voor het communiceren met je tiener en dit de relatie écht ten goede komt… waarom zou je er niet een vast onderdeel in je communicatie van maken? Dit is te leren? Vind je dit lastig? Zijn er onderliggende overtuigingen die jou hierin hinderen? Onderzoek dan eens hoe je hierin groeien kunt door een stukje oudercoaching.

 

Voor bovenstaande informatie heb ik dankbaar gebruik gemaakt van het boek Ik heb ook wat te vertellen! – communiceren met pubers en adolescenten van Martine Delfos.

Reactie plaatsen